Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0050

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Disciplinaire Mesure d'ordre
TUCHT - ORDEMAATREGEL - VERBODEN SUBSTANTIES - ARBEID - REGIMEMUTATIE

De tuchtoverheid beoordeelt op discretionaire wijze de bewijswaarde van de gegevens uit het tuchtdossier om tot een bepaalde overtuiging te komen. De klachtencommissie merkt op dat er bijzonder veel toevalligheden zijn in het nadeel van klager. Bovendien kan klager niemand aanwijzen die verantwoordelijk zou kunnen zijn voor het ongewenst gebruiken van klager als ‘drugkoerier’. De klachtencommissie is van oordeel dat de directie, op basis van de gegevens uit het tuchtdossier, het bezit van verboden substanties bewezen kon achten. De klachtencommissie meent dat de sanctie niet onredelijk of onbillijk is.
De klacht over de tucht is ongegrond.

Het verlies van tewerkstelling en een mutatie naar het gesloten regime hoeven niet automatisch met elkaar verbonden hoeven te zijn. De directie stelt in de motivering van de ordemaatregel dat er een nultolerantie geldt ten aanzien van verboden substanties en dat een verblijf op het open regime daardoor niet langer mogelijk is. De klachtencommissie meent dat de directie een overplaatsing naar het gesloten regime kon beslissen, gelet op de verdenkingen ten aanzien van klager over zijn betrokkenheid met het binnen brengen van drugs. De klachtencommissie meent dat de directie – gelet op het bewezen geachte karakter van de tuchtinbreuk van de eerste categorie, met name het bezit van verboden voorwerpen – klager kon afzetten van zijn werk .
De klacht over de afzetting van werk en de regimemutatie is ongegrond.