Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0049

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Mesure de sécurité particulière
BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - PROPORTIONALITEIT - SUBSIDIARITEIT

Indien de datum van kennisname van de beslissing door de directie niet kan worden aangetoond, komt bij twijfel over de aanvang van de termijn om een klacht in te dienen het voordeel toe aan de gedetineerde. Uit het verweer van de directie blijkt dat de zogenaamde BVM een schriftelijke neerslag betrof van een maatregel die reeds werd getroffen voor klager gelet op een incident uit het verleden, met name begeleiding naar de medische dienst en visuele controle tijdens een consultatie. Hoewel de directie een aantal rechten van klager heeft willen waarborgen door gebruik te maken van een BVM, is de Klachtencommissie van oordeel dat voor een dergelijke maatregel wettelijk gezien geen BVM conform artikel 110 Basiswet toegepast had moeten worden.
Het is mogelijk dat er begeleiding wordt voorzien naar een medische consultatie en dat er visuele controle wordt uitgeoefend – in zekere mate – met betrekking tot het gedrag van een gedetineerde ten opzichte van personeel. Een consultatie met een arts dient echter absoluut vertrouwelijk te kunnen plaatsvinden. Het medisch beroepsgeheim is immers van openbare orde. De Klachtencommissie concludeert dat het vervatten van de maatregel ten aanzien van klager in een BVM in principe ‘overbodig’ was. De manier van uitvoeren van het toezicht door het personeel dient echter het medisch beroepsgeheim ten allen tijde te respecteren. Dit betreft echter de concrete uitvoering van de maatregel. De klacht is ongegrond.