Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0033

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - PROPORTIONALITEIT - VERBODEN SUBSTANTIES

De klacht is gericht tegen een tuchtsanctie van 10 dagen ATV. Hoewel bovenaan de tuchtbeslissing artikel 132 van de Basiswet niet is aangekruist als rechtsgrond, blijkt uit het vervolg van de beslissing dat de directie de sanctie heeft gestoeld op dit artikel. De RAD's vormen voor de gevangenisdirecteur principieel en bij ontstentenis van tegenindicaties een deugdelijke grondslag om het bestaan en de ernst van de feiten te beoordelen. Ook in het geval van feiten gelinkt aan het bezit van verboden substanties zijn zulke vaststellingen van het personeel belangrijk, temeer gelet op de opleiding die zij hebben genoten en de ervaring die zij hebben opgebouwd in het herkennen van verboden substanties, zowel wat betreft het uitzicht als wat betreft de geur. De Klachtencommissie is van mening dat geurwaarneming een element kan vormen als basis voor een tuchtbeslissing. Bovendien is er volgens het RAD ook sprake van rode, waterige ogen van klager. De verdachte geur is verder ook waargenomen in de badkamer van waaruit klager komt met een asbak in de hand. Tot slot wordt er een aansteker aangetroffen op de lavabo. Gelet op al deze elementen is de Klachtencommissie van oordeel dat de directie zich kon baseren op de rapporten. De Klachtencommissie meent dat het opleggen van 10 dagen ATV voorwaardelijk gedurende 2 maanden niet onredelijk of onbillijk is voor de voormelde tuchtinbreuk. De klacht is ongegrond.