Ga verder naar de inhoud

KC02/24-0117

Fondée KC - Antwerpen Commission des plaintes Autre décision directeur Mesure provisoire Fouille à corps
FOUILLE LICHAAM - VM - ZORGPLICHT
De klacht is ten eerste gericht tegen de fouillering op het lichaam. De klachtencommissie is van oordeel dat uit de motivering van de beslissing tot fouillering op het lichaam onvoldoende blijkt waarom een fouillering aan de kledij niet volstond. Dit wordt bevestigd door de rechtspraak van de Nederlandstalige en Franstalige beroepscommissie en de Raad van State. De klacht is gegrond.

De klacht is ten tweede gericht tegen de voorlopige maatregel waarbij klager in de beveiligde cel werd geplaatst. De klachtencommissie stelt ten eerste vast dat de beslissing tot het opleggen van een voorlopige maatregel niet op correcte wijze werd ondertekend door de directeur en door klager. Ten tweede is de klachtencommissie van oordeel dat de beslissing onvoldoende werd gemotiveerd. De motivering beschrijft de feiten, maar motiveert niet waarom er volgens de directie sprake is van een ‘ernstige en opzettelijke aantasting van de interne veiligheid’. Bovendien wordt niet gemotiveerd waarom een VM nodig was en waarom gekozen werd voor de maatregel tot plaatsing in de naakte cel. De klacht is gegrond.

De klacht is ten derde gericht tegen het gebrek aan douche en wandeling tijdens de plaatsing in de beveiligde cel. De Basiswet stelt dat de directeur er zorg voor moet dragen dat gedetineerden onder meer een douche en individuele wandeling aangeboden krijgen tijdens hun verblijf onder een maatregel. De directie kan niet aantonen dat dit gebeurd is. De klacht is gegrond.