Ga verder naar de inhoud

KC02/24-0060

Fondée KC - Antwerpen Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN SUBSTANTIES - KWALIFICATIE INBREUK
De tuchtprocedure werd opgestart naar aanleiding van de vaststellingen in een rapport aan de directeur (RAD) dat klager 2 pakjes had opgeraapt op de wandeling en deze had verdeeld. Nadien werd klager gefouilleerd en werd er een zakje met poeder bij hem gevonden. Tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting stelt klager dat het gevonden poeder in werkelijkheid paprikapoeder is. De directie stelt echter dat het niet enkel gaat om het poeder, maar ook over het feit dat hij overgegooide pakketten heeft opgeraapt en verdeeld. Verder stelt de directie nog vast dat enkele voorwerpen in het bezit van klager niet op zijn naam staan.

Klager werd gesanctioneerd voor de tuchtinbreuken ‘het bezit of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties’ en ‘het niet-naleven van de in het huishoudelijk reglement van de gevangenis voorgeschreven bepalingen met betrekking tot de voorwerpen die in het bezit worden gesteld of gelaten van de gedetineerde’. De klachtencommissie is echter van oordeel dat de directie onvoldoende bewijst en motiveert dat het gevonden poeder een verboden substantie was. Deze tuchtinbreuk kan dan ook niet weerhouden worden. In de motivering wordt wel verwezen naar het RAD waaruit blijkt dat de beambte klager duidelijk heeft herkend als degene die overgegooide pakketjes heeft opgeraapt en verdeeld. De tuchtinbreuk schending van het huishoudelijk reglement wordt wel bewezen en gemotiveerd.

De klacht is gedeeltelijk gegrond. De klachtencommissie vernietigt de tuchtbeslissing en stelt haar eigen beslissing in de plaats. Concreet betekent dit het volgende: de tuchtsanctie van 15 dagen verbod op cuspo voor twee tuchtinbreuken, één van de eerste categorie en één van de tweede categorie, respectievelijk ‘het bezit van of de handel in door of krachtens de wet verboden voorwerpen of substanties’ en ‘het niet-naleven van de in het huishoudelijk reglement van de gevangenis voorgeschreven bepalingen met betrekking tot de voorwerpen die in het bezit worden gesteld of gelaten van de gedetineerde’ wordt vervangen door de tuchtsanctie van 8 dagen verbod op cuspo voor één tuchtinbreuk van de tweede categorie, nl. ‘het niet-naleven van de in het huishoudelijk reglement van de gevangenis voorgeschreven bepalingen met betrekking tot de voorwerpen die in het bezit worden gesteld of gelaten van de gedetineerde’.