TUCHT - RECHTEN VAN VERDEDIGING - MOTIVERING
Er werd een rapport aan de directeur (RAD) opgesteld waaruit de betrokkenheid van klager bleek bij een vechtpartij op de wandeling. Tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting ontkent klager alle betrokkenheid. Hij stelt dat de directie foute informatie heeft.
De motivering van de beslissing vermeldt ten eerste de camerabeelden. Nochtans blijkt niet uit het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting dat deze bekeken zijn in aanwezigheid van klager. Het bekijken van de camerabeelden in afwezigheid van klager, maakt een schending uit van zijn rechten van verdediging (recht op tegenspraak). Ten tweede vermeldt de motivering de aanwezigheid van getuigen. Er zijn echter geen getuigen genoteerd op het RAD. De materiële bewijzen waarvan ten derde sprake, zijn niet geconcretiseerd. De motivering bevat vervolgens nog enkele beweringen die niet gestaafd worden door het RAD of de andere dossierstukken. De klachtencommissie is daarom van oordeel dat de directie in de tuchtbeslissing onvoldoende heeft bewezen en gemotiveerd wat de rol van klager was in het gevecht en waarop zij zich hiervoor baseert.
De klacht is gegrond. De klachtencommissie vernietigt de tuchtbeslissing en draagt aan de directie op om deze uit het tuchtregister van klager te verwijderen.
Er werd een rapport aan de directeur (RAD) opgesteld waaruit de betrokkenheid van klager bleek bij een vechtpartij op de wandeling. Tijdens de tuchtrechtelijke hoorzitting ontkent klager alle betrokkenheid. Hij stelt dat de directie foute informatie heeft.
De motivering van de beslissing vermeldt ten eerste de camerabeelden. Nochtans blijkt niet uit het verslag van de tuchtrechtelijke hoorzitting dat deze bekeken zijn in aanwezigheid van klager. Het bekijken van de camerabeelden in afwezigheid van klager, maakt een schending uit van zijn rechten van verdediging (recht op tegenspraak). Ten tweede vermeldt de motivering de aanwezigheid van getuigen. Er zijn echter geen getuigen genoteerd op het RAD. De materiële bewijzen waarvan ten derde sprake, zijn niet geconcretiseerd. De motivering bevat vervolgens nog enkele beweringen die niet gestaafd worden door het RAD of de andere dossierstukken. De klachtencommissie is daarom van oordeel dat de directie in de tuchtbeslissing onvoldoende heeft bewezen en gemotiveerd wat de rol van klager was in het gevecht en waarop zij zich hiervoor baseert.
De klacht is gegrond. De klachtencommissie vernietigt de tuchtbeslissing en draagt aan de directie op om deze uit het tuchtregister van klager te verwijderen.