Ga verder naar de inhoud

KC02/22-0017

Non fondée KC - Antwerpen Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN SUBSTANTIES - TOEREKENBAARHEID - MEDEPLICHTIGHEID

De tuchtprocedure is gebaseerd op een rapport dat vaststelt dat een doorgeeflint door klager naar binnen zou worden getrokken. Klager stelt dat het lint, noch de aansteker en de verboden substantie zijn bezit zijn. Klager stelt tijdens de hoorzitting wel dat hij het lint aan het doorbranden was, zodat het pakketje naar beneden zou vallen, omdat hij wist dat er een chef aankwam. Klager geeft volgens de Klachtencommissie duidelijk toe dat hij zijn medegedetineerde heeft willen helpen. Deelneming aan een tuchtinbreuk kan gestraft worden met dezelfde straffen als de tuchtinbreuk zelf. Volgens de Klachtencommissie kon de directie de tuchtinbreuk dan ook bewezen achten ten aanzien van klager. Gezien klager heeft aangeduid geen beroep te op een advocaat via de mededeling van de tuchtprocedure, rustte er geen verantwoordelijkheid op de directie om tijdig een advocaat op te roepen. De tuchtbeslissing is wettelijk, redelijk en billijk. De klacht tegen de tuchtbeslissing is ongegrond.