Ga verder naar de inhoud

KC02/22-0009

Fondée KC - Antwerpen Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERMOEDEN VAN ONSCHULD - MEDEPLICHTIGHEID - TOEREKENBAARHEID

Een medegedetineerde bekent de feiten. Uit de motivering van de tuchtbeslissing blijkt dat de directie m.b.t. klager het enkel onwaarschijnlijk acht dat klager niet op de hoogte geweest zou zijn van de aanwezigheid van de gsm op cel, omdat de cel een erg kleine ruimte betreft waar 3 bewoners bijna voortdurend samen zijn. De directie motiveert niet of en waarom zij meent dat de gsm het bezit is van klager in plaats van het bezit van zijn celgenoot. De directie motiveert ook niet of en waarom er volgens haar sprake zou zijn van medeplichtigheid door klager aan de tuchtinbreuk van het bezit van een gsm. Er is geen element in het dossier dat erop wijst dat klager enige daad van medeplichtigheid gesteld heeft. Indien de directie niet motiveert waarom er volgens haar sprake is ofwel van daderschap ofwel van daden van medeplichtigheid, kan de loutere aanwezigheid van een gevonden gsm niet aan klager verweten worden. De directie heeft niet voldaan aan de motiveringsplicht in dit geval, omdat uit haar motivering niet blijkt dat zij klager schuldig acht aan de tuchtinbreuk van het bezit. De klacht tegen de tuchtbeslissing is gegrond