KC02/21-0008
Fondée
KC - Antwerpen
Commission des plaintes
Mesure de sécurité particulière
BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - MOTIVERING - HOORPLICHT
Het al dan niet stuk maken van de biljartkeu heeft niet meegespeeld in het opleggen van de BVM. Voor de Klachtencommissie is het duidelijk dat uit voormelde motivering vanwege de directie geen bestraffend oogmerk blijkt. De directie kon oordelen dat het gedrag van klager ernstige aanwijzingen inhield van een gevaar voor de orde of de veiligheid. De motivering van de directie maakt eveneens duidelijk dat het belangrijkste doel van de opgelegde maatregel is om ieders psychische en fysieke integriteit te beschermen. De Klachtencommissie is dan ook van oordeel dat de BVM wettelijk correct en in redelijkheid en billijkheid genomen is.
Wanneer een beslissing tot verlenging genomen wordt, moet daarenboven ook opnieuw worden geëvalueerd of er ten aanzien van de gedetineerde nog steeds ernstige aanwijzingen van een gevaar voor de orde of de veiligheid bestaan. Deze evaluatie is bij de beslissing tot verlenging niet (voldoende duidelijk) gebeurd. Hoewel de beslissing een verlenging van een BVM betreft, wordt er geen enkel nieuw element naar voren gebracht in de motivering op basis waarvan een verlenging kan worden verantwoord. Tot slot stelt de Klachtencommissie vast dat – hoewel klager wel degelijk werd gehoord – uit het verslag hiervan evenmin elementen naar voren komen waardoor een verlenging zich opdringt. Integendeel, in het verslag van het horen van de gedetineerde wordt verwezen naar uitspraken die hij heeft gedaan tijdens het vorige moment waarop hij werd gehoord. De verlenging van de BVM niet voldoet aan de voorwaarden die door de toepasselijke regelgeving worden opgelegd. De klacht is gegrond.
Het al dan niet stuk maken van de biljartkeu heeft niet meegespeeld in het opleggen van de BVM. Voor de Klachtencommissie is het duidelijk dat uit voormelde motivering vanwege de directie geen bestraffend oogmerk blijkt. De directie kon oordelen dat het gedrag van klager ernstige aanwijzingen inhield van een gevaar voor de orde of de veiligheid. De motivering van de directie maakt eveneens duidelijk dat het belangrijkste doel van de opgelegde maatregel is om ieders psychische en fysieke integriteit te beschermen. De Klachtencommissie is dan ook van oordeel dat de BVM wettelijk correct en in redelijkheid en billijkheid genomen is.
Wanneer een beslissing tot verlenging genomen wordt, moet daarenboven ook opnieuw worden geëvalueerd of er ten aanzien van de gedetineerde nog steeds ernstige aanwijzingen van een gevaar voor de orde of de veiligheid bestaan. Deze evaluatie is bij de beslissing tot verlenging niet (voldoende duidelijk) gebeurd. Hoewel de beslissing een verlenging van een BVM betreft, wordt er geen enkel nieuw element naar voren gebracht in de motivering op basis waarvan een verlenging kan worden verantwoord. Tot slot stelt de Klachtencommissie vast dat – hoewel klager wel degelijk werd gehoord – uit het verslag hiervan evenmin elementen naar voren komen waardoor een verlenging zich opdringt. Integendeel, in het verslag van het horen van de gedetineerde wordt verwezen naar uitspraken die hij heeft gedaan tijdens het vorige moment waarop hij werd gehoord. De verlenging van de BVM niet voldoet aan de voorwaarden die door de toepasselijke regelgeving worden opgelegd. De klacht is gegrond.