BC/24-0122
Non fondée
Beroepscommissie
Commission d'Appel
Régime de sécurité particulier individuel
IBVR - MOTIVERING - PROPORTIONALITEIT
De beroepscommissie concludeert dat de vernieuwing van het IBVR overeenkomt met de wettelijke voorwaarden en proportioneel is en dat er geen schending is van art. 3 van het EVRM. Ze merkt op dat de directeur-generaal enkele versoepelingen heeft toegekend, zoals een extra individueel fitnessmoment en wekelijks individueel koken. Bovendien is het bezoek voor de partner van de beroepsindiener versoepeld.
Daarnaast is de beroepscommissie van mening dat er geen sprake is van een schending van het recht op tegenspraak, aangezien de vertrouwelijke informatie in ieder geval niet inhoudelijk met de gedetineerde kon worden gedeeld vanwege de vertrouwelijkheid.
Ten slotte beweert de beroepsindiener dat hij recht heeft op een individueel detentieplan. De beroepscommissie merkt op dat een IBVR de opstelling van een dergelijk plan niet in de weg staat.
De beroepscommissie besluit dat de beslissing tot vernieuwing van het IBVR overeenkomt met de wettelijke voorwaarden en proportioneel is. Het beroep is daarom ongegrond.
De beroepscommissie concludeert dat de vernieuwing van het IBVR overeenkomt met de wettelijke voorwaarden en proportioneel is en dat er geen schending is van art. 3 van het EVRM. Ze merkt op dat de directeur-generaal enkele versoepelingen heeft toegekend, zoals een extra individueel fitnessmoment en wekelijks individueel koken. Bovendien is het bezoek voor de partner van de beroepsindiener versoepeld.
Daarnaast is de beroepscommissie van mening dat er geen sprake is van een schending van het recht op tegenspraak, aangezien de vertrouwelijke informatie in ieder geval niet inhoudelijk met de gedetineerde kon worden gedeeld vanwege de vertrouwelijkheid.
Ten slotte beweert de beroepsindiener dat hij recht heeft op een individueel detentieplan. De beroepscommissie merkt op dat een IBVR de opstelling van een dergelijk plan niet in de weg staat.
De beroepscommissie besluit dat de beslissing tot vernieuwing van het IBVR overeenkomt met de wettelijke voorwaarden en proportioneel is. Het beroep is daarom ongegrond.