Ga verder naar de inhoud

BC/23-0012

Non fondée Beroepscommissie Commission d'Appel Transfèrement
OVERPLAATSING

De omstandigheid dat niet alle titels van vrijheidsberoving definitief zijn, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om de beroepsindiener te plaatsen in de gevangenis van Beveren, ook al worden in die gevangenis, behoudens uitzonderlijke gevallen, geen verdachten onder aanhoudingsbevel geplaatst (artikel 1, §2 en §3, van het koninklijk besluit van 17 augustus 2019).
Ook al werd tot de plaatsing in de gevangenis van Beveren besloten omdat in de gevangenis van Antwerpen een penitentiair bewakingsassistent werkzaam is die het slachtoffer zou zijn van de beroepsindiener, kon de penitentiaire administratie in elk geval – rekening houdend met de strafcategorie waarin de betrokkene zich al bevindt, de overbevolking in de gevangenis van Antwerpen (waarvan sprake in het verzoek tot plaatsing) en de onvermijdelijkheid van een beslissing tot plaatsing, die in elk geval zou moeten worden genomen – binnen de grenzen van de redelijkheid beslissen tot een (versnelde) plaatsing van de betrokkene in een gevangenis voor de verdere uitvoering van de straffen. De loutere ontkenning van de beroepsindiener dat een personeelslid van de gevangenis van Antwerpen het slachtoffer is geworden van de beroepsindiener, doet overigens op zichzelf geen afbreuk aan de geloofwaardigheid van de melding van het personeelslid en aan de beoordeling van die geloofwaardigheid door de lokale directie.