BC/22-0234
Non fondée
Beroepscommissie
Commission d'Appel
Pas de décision du directeur
ARBEID
Het recht van een gedetineerde om deel te nemen aan beschikbare arbeid (art. 81 Basiswet) is geen absoluut recht. De penitentiaire realiteit toont dat er slecht een beperkt aanbod is, zodat men genoodzaakt is om met wachtlijsten te werken. Dat iemand op de wachtlijst staat betekent niet noodzakelijk een inbreuk op artikel 81 van de Basiswet, noch een nalaten van de directeur om zijn bevoegdheid zoals bepaald in artikel 84 §1 Basiswet uit te oefenen.
Klager stelt al anderhalf jaar op werk te wachten maar uit het administratief dossier blijkt dat dit niet klopt. Klager zat op het moment van de klacht slechts 19 dagen zonder werk (daarvoor was klager twee maanden aan het werk als diender). Er was op het moment van ontslag niet onmiddellijk een niet-vertrouwensfunctie beschikbaar waardoor klager op de wachtlijst werd geplaatst waar klager evenwel zijn oorspronkelijke plaats behield.
Er is geen sprake van een verzuim om een beslissing te nemen binnen een redelijke termijn. De beroepscommissie treedt de klachtencommissie bij in haar besluit om de klacht onontvankelijk te verklaren.
Het beroep is ongegrond.
Het recht van een gedetineerde om deel te nemen aan beschikbare arbeid (art. 81 Basiswet) is geen absoluut recht. De penitentiaire realiteit toont dat er slecht een beperkt aanbod is, zodat men genoodzaakt is om met wachtlijsten te werken. Dat iemand op de wachtlijst staat betekent niet noodzakelijk een inbreuk op artikel 81 van de Basiswet, noch een nalaten van de directeur om zijn bevoegdheid zoals bepaald in artikel 84 §1 Basiswet uit te oefenen.
Klager stelt al anderhalf jaar op werk te wachten maar uit het administratief dossier blijkt dat dit niet klopt. Klager zat op het moment van de klacht slechts 19 dagen zonder werk (daarvoor was klager twee maanden aan het werk als diender). Er was op het moment van ontslag niet onmiddellijk een niet-vertrouwensfunctie beschikbaar waardoor klager op de wachtlijst werd geplaatst waar klager evenwel zijn oorspronkelijke plaats behield.
Er is geen sprake van een verzuim om een beslissing te nemen binnen een redelijke termijn. De beroepscommissie treedt de klachtencommissie bij in haar besluit om de klacht onontvankelijk te verklaren.
Het beroep is ongegrond.