Ga verder naar de inhoud

BC/22-0217

Fondée Beroepscommissie Commission d'Appel Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN SUBSTANTIES - VERMOEDEN VAN ONSCHULD - TOEREKENBAARHEID

Klager verbleef op het moment van de feiten al anderhalve maand op de cel in kwestie. Klager bevond zich al op cel bij de laatste gespecialiseerde controle. De drugs zijn hoe dan ook binnengebracht op een moment dat klager al op de cel verbleef. Wie de drugs net binnengebracht heeft, is irrelevant. Het is niet aannemelijk dat klager niet op de hoogte was, gelet op de vindplaats (de wand van een open kast die klager gebruikt). Er is minstens sprake van deelneming in de zin van artikel 131 Basiswet. De beroepscommissie is van oordeel dat de directie haar discretionaire bevoegdheid niet heeft overschreden in het bewezen achten van de feiten en de individuele toerekening hiervan aan klager.

De sanctie is wettig, billijk en redelijk.

Het beroep is gegrond.