BC/22-0121
Non fondée
Fondée
Beroepscommissie
Commission d'Appel
Autre décision directeur
ONTVANKELIJKHEID - KLACHTENPROCEDURE
Artikel 148 van de basiswet geeft aan de klager de mogelijkheid beklag te doen over elke beslissing die door of namens de directeur ten aanzien van hem werd genomen, dan wel over het verzuim of de weigering een beslissing te nemen. Een klacht wordt gegrond verklaard, onder andere, wanneer de beslissing waarover geklaagd is in strijd is met een in de gevangenis geldend wettelijk voorschrift (artikel 158 basiswet).
De beslissing van de klachtencommissie is uitvoerbaar ongeacht de mogelijkheid van beroep, tenzij wanneer de voorzitter van de beroepscommissie de tenuitvoerlegging van de beslissing geheel of gedeeltelijk schorst (artikel 158, §5, basiswet). De directie is dan ook ertoe gehouden uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie. Een weigering om (in voorkomend geval tijdig) uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie (in voorkomend geval op een wijze die overeenstemt met datgene wat de klachtencommissie besliste), is op zichzelf een beslissing, ook al wordt zij niet in een akte geformaliseerd. Zo een weigering om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie is in strijd met een in de gevangenis geldend wettelijk voorschrift, met name met de bepaling in de basiswet die aan de beslissingen van de klachtencommissie bindende kracht geeft. Ook het loutere verzuim om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie zou een beklagwaardig verzuim inhouden, namelijk als verzuim om te beslissen dat het nodige wordt gedaan opdat de beslissing van de klachtencommissie wordt uitgevoerd.
Dit houdt niet in dat de klachtencommissie ambtshalve moet toezien op de uitvoering van haar beslissingen, maar wel dat de klachtencommissie wel degelijk bevoegd is, wanneer bij haar daarover wordt geklaagd, te beoordelen of de directie geweigerd heeft, of nagelaten heeft te beslissen, dat de nodige uitvoering aan een eerdere beslissing van de klachtencommissie zou worden gegeven. Een klacht over een weigering of verzuim om aan de beslissing van de klachtencommissie uitvoering te geven is dan ook ontvankelijk.
De klacht over het feit dat aan de klager in de plaats van inzage in het volledige opsluitingsdossier - zoals door de klachtencommissie in een eerdere beslissing toegekend - een kopie van dat opsluitingsdossier werd overhandigd, is ongegrond. De terbeschikkingstelling van een kopie van dat dossier, die de klager gedurende geruime tijd op zijn cel kon raadplegen, geeft hem immers meer rechten dan de inzage, gedurende een beperkte tijd, in zijn dossier op de griffie.
Artikel 148 van de basiswet geeft aan de klager de mogelijkheid beklag te doen over elke beslissing die door of namens de directeur ten aanzien van hem werd genomen, dan wel over het verzuim of de weigering een beslissing te nemen. Een klacht wordt gegrond verklaard, onder andere, wanneer de beslissing waarover geklaagd is in strijd is met een in de gevangenis geldend wettelijk voorschrift (artikel 158 basiswet).
De beslissing van de klachtencommissie is uitvoerbaar ongeacht de mogelijkheid van beroep, tenzij wanneer de voorzitter van de beroepscommissie de tenuitvoerlegging van de beslissing geheel of gedeeltelijk schorst (artikel 158, §5, basiswet). De directie is dan ook ertoe gehouden uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie. Een weigering om (in voorkomend geval tijdig) uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie (in voorkomend geval op een wijze die overeenstemt met datgene wat de klachtencommissie besliste), is op zichzelf een beslissing, ook al wordt zij niet in een akte geformaliseerd. Zo een weigering om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie is in strijd met een in de gevangenis geldend wettelijk voorschrift, met name met de bepaling in de basiswet die aan de beslissingen van de klachtencommissie bindende kracht geeft. Ook het loutere verzuim om uitvoering te geven aan de beslissing van de klachtencommissie zou een beklagwaardig verzuim inhouden, namelijk als verzuim om te beslissen dat het nodige wordt gedaan opdat de beslissing van de klachtencommissie wordt uitgevoerd.
Dit houdt niet in dat de klachtencommissie ambtshalve moet toezien op de uitvoering van haar beslissingen, maar wel dat de klachtencommissie wel degelijk bevoegd is, wanneer bij haar daarover wordt geklaagd, te beoordelen of de directie geweigerd heeft, of nagelaten heeft te beslissen, dat de nodige uitvoering aan een eerdere beslissing van de klachtencommissie zou worden gegeven. Een klacht over een weigering of verzuim om aan de beslissing van de klachtencommissie uitvoering te geven is dan ook ontvankelijk.
De klacht over het feit dat aan de klager in de plaats van inzage in het volledige opsluitingsdossier - zoals door de klachtencommissie in een eerdere beslissing toegekend - een kopie van dat opsluitingsdossier werd overhandigd, is ongegrond. De terbeschikkingstelling van een kopie van dat dossier, die de klager gedurende geruime tijd op zijn cel kon raadplegen, geeft hem immers meer rechten dan de inzage, gedurende een beperkte tijd, in zijn dossier op de griffie.