Ga verder naar de inhoud

BC/22-0062

Non fondée Beroepscommissie Commission d'Appel Disciplinaire
TUCHT - CAMERABEELDEN

De directeur verwijst in de motivering van de tuchtbeslissing naar het RAD. Uit het rapport aan de directeur blijkt duidelijk dat er sprake was van een onenigheid omtrent het al dan niet open zetten van de ramen in de bezoekerszaal. De directie kan er redelijkerwijze van uitgaan dat deze rapporten een correcte weergave zijn van de feiten, tenzij er overtuigende elementen worden aangevoerd die het tegendeel aantonen. De directie is niet verplicht om in te gaan op het verzoek van de klager om bepaalde onderzoek verrichtingen uit te voeren. Ze moet wel motiveren waarom. De beroepscommissie volgt de directie en de klachtencommissie om in deze zaak niet in te gaan op de vraag van appellant. Er is namelijk onenigheid over het al dan niet roepen van appellant: camerabeelden (zonder geluid) kunnen hier geen uitsluitsel over bieden. Ook ziet de beroepscommissie niet in wat het oproepen van getuigen had kunnen bijdragen. Met de klachtencommissie is de beroepscommissie van oordeel dat de directie redelijkerwijs de feiten bewezen kon verklaren en juist kwalificeerde en dat de opgelegde sanctie redelijk is.

Het beroep is ongegrond.