BC/21-0209
Non fondée
Beroepscommissie
Commission d'Appel
Régime de sécurité particulier individuel
INDIVIDUEEL BIJZONDER VEILIGHEIDSREGIME (IBVR) - HERNIEUWING - PROPORTIONALITEIT
De beroepscommissie stelt vast dat appellant reeds de vierde opeenvolgende hernieuwing van de IBVR aanvecht. Net als de initiële plaatsing en de voorgaande hernieuwingen, is de thans voorliggende hernieuwing ingegeven door een aanhoudend vluchtgevaar. De bestreden beslissing vermeldt dat appellant “een voortdurende bedreiging voor de veiligheid vormt” en refereert aan een geheel van feiten die een duidelijk vluchtgevaar aannemelijk maken. Vervolgens wordt in de bestreden beslissing beschreven hoe gradueel versoepelingen werden toegekend bij en lopende de daaropvolgende hernieuwingen. Het is lopende de derde (versoepelde) hernieuwing van het IBVR dat appellant op 11 oktober een nieuwe ontsnappingspoging ondernam, minstens duidelijke plannen had om te ontsnappen. De genomen maatregelen zijn telkens gemotiveerd vanuit dit vluchtrisico. De handelingen van verzoeker kaderen allemaal in vluchtgedrag, zodat (de hernieuwing van) het IBVR duidelijk bedoeld werd om het vluchtrisico in de nabije toekomst toe in te perken. Gelet op de feiten die zich doorheen de tijd en recentelijk voordeden en die op een aanhoudend vluchtgevaar wijzen, was de Directeur-Generaal genoodzaakt om behoedzaam en voorzichtig te werk te gaan aangaande de contacten van appellant met medegedetineerden.
Het beroep is ongegrond.
De beroepscommissie stelt vast dat appellant reeds de vierde opeenvolgende hernieuwing van de IBVR aanvecht. Net als de initiële plaatsing en de voorgaande hernieuwingen, is de thans voorliggende hernieuwing ingegeven door een aanhoudend vluchtgevaar. De bestreden beslissing vermeldt dat appellant “een voortdurende bedreiging voor de veiligheid vormt” en refereert aan een geheel van feiten die een duidelijk vluchtgevaar aannemelijk maken. Vervolgens wordt in de bestreden beslissing beschreven hoe gradueel versoepelingen werden toegekend bij en lopende de daaropvolgende hernieuwingen. Het is lopende de derde (versoepelde) hernieuwing van het IBVR dat appellant op 11 oktober een nieuwe ontsnappingspoging ondernam, minstens duidelijke plannen had om te ontsnappen. De genomen maatregelen zijn telkens gemotiveerd vanuit dit vluchtrisico. De handelingen van verzoeker kaderen allemaal in vluchtgedrag, zodat (de hernieuwing van) het IBVR duidelijk bedoeld werd om het vluchtrisico in de nabije toekomst toe in te perken. Gelet op de feiten die zich doorheen de tijd en recentelijk voordeden en die op een aanhoudend vluchtgevaar wijzen, was de Directeur-Generaal genoodzaakt om behoedzaam en voorzichtig te werk te gaan aangaande de contacten van appellant met medegedetineerden.
Het beroep is ongegrond.