Ga verder naar de inhoud

BC/21-0208

Non fondée Beroepscommissie Commission d'Appel
ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - GEINTERNEERDE - TEGEMOETKOMING

De Beroepscommissie stelt vast dat appellant in zijn beroepschrift enkel het gebrek aan tegemoetkoming viseert. De Beroepscommissie stelt vast dat de alleenzetelende rechter de ontslagbeslissing vernietigde, maar geen enkele uitspraak deed over enige tegemoetkoming. In casu stelt de Beroepscommissie vast dat geïntimeerde mogelijk gedurende vijf weken geen inkomsten uit arbeid kon verwerven door de naderhand ingetrokken en tevens vernietigde ontslagbeslissing.
Dit onmiskenbaar financieel verlies, dat gepaard gaat met het tijdelijke verlies van de werkpost, kan niet meer ongedaan gemaakt worden.
Er kan evenwel geen financiële tegemoetkoming worden toegekend overeenkomstig de Basiswet. De Beroepscommissie is van oordeel dat geïntimeerde reeds symbolisch werd gecompenseerd door opnieuw tewerkgesteld te worden. De directie gaf overigens in haar verweer reeds aan de ontslagbeslissing te hebben ingetrokken nog voor de vernietigingsbeslissing, zodat het geleden financieel verlies wellicht beperkt was tot één week in plaats van vijf weken.
Het beroep is ongegrond.