Ga verder naar de inhoud

BC/21-0185

Fondée Beroepscommissie Commission d'Appel
BEVOEGHEID - TUCHT - TEGEMOETKOMING

Het beroep is gericht tegen een beslissing van de klachtencommissie omtrent een tuchtbeslissing. De directie van de penitentiaire inrichting beschikt over een discretionaire bevoegdheid om te oordelen of de tuchtinbreuk al dan niet bewezen. Ook voor de toemeting van de tuchtsanctie heeft de directie een discretionaire bevoegdheid. Zij moeten hierbij rekening houden met de ernst van de inbreuk, de omstandigheden waarin zij plaatsvinden, verzachtende omstandigheden en eventuele opgelegde voorlopige maatregelen.

Ter bescherming van de verhoudingen tussen het bestuur en de rechtscolleges, is het niet de bedoeling dat de Klachten-of Beroepscommissie zich in de plaats stelt van de directie en zich op het vlak van de opportuniteit begeeft. Zij beschikken als administratieve rechtscolleges slechts over een beperkte controlebevoegdheid. In dat opzicht is het niet aan de Klachtencommissie om een nieuwe beslissing te nemen die tot de discretionaire bevoegdheid van de directie behoort.

Gelet op bovenstaande elementen, is de Beroepscommissie van oordeel dat de Klachtencommissie bij haar beslissing om de opgelegde sanctie te matigen haar
controlebevoegdheid heeft overschreden. Zij kon oordelen dat de beslissing van de directie om een sanctie van ATV op te leggen niet conform de redelijkheid en billijkheid werd genomen en kon de beslissing onwettig verklaren. Door zelf een nieuwe beslissing te nemen op het vlak van de straftoemeting heeft zij zich echter in de plaats gesteld van de directie en heeft ze zich begeven op het vlak van de opportuniteit, wat niet overeenstemt met het doel dat de wetgever
voor ogen had met de oprichting van de Klachten-en Beroepscommissies en hun bevoegdheid als administratief rechtscollege.

De Beroepscommissie stelt vast dat de opgelegde sanctie slechts de helft van de maximumsanctie bedraagt. Deze sanctie lijkt redelijk en billijk.

Het beroep is gegrond.