Ga verder naar de inhoud

BC/21-0163

Fondée Beroepscommissie Commission d'Appel
GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID

De Beroepscommissie stelt vast dat hoewel de initiële klacht op het eerste gezicht een mondelinge weigeringsbeslissing van de directie betrof, appellant in feite de materiële levensomstandigheden in zijn cel aanklaagt. Appellant viseert thans in het voorliggend beroepschrift uitdrukkelijk de algemene materiële levensomstandigheden in de gevangenis van Ieper, zodat het voorwerp van de initiële klacht klaarblijkelijk niet van zuiver individuele aard was. Hoewel appellant een individuele beslissing van de directie (over de levensomstandigheden in zijn eigen cel) trachtte uit te lokken op grond van de Vlaamse Wooncodex, wijst de
Beroepscommissie er op dat deze regelgeving huurwoningen betreft en alleszins geenszins de bevoegdheid van een gevangenisdirecteur betreft. De Beroepscommissie treedt bijgevolg de redenering van de Klachtencommissie bij in zoverre zij oordeelde dat de Vlaamse Wooncodex, geenszins van toepassing is op een cel van een penitentiaire inrichting. Evenwel had de Klachtencommissie de klacht bijgevolg onontvankelijk moeten verklaren.
Het beroep is gegrond.