BC/21-0130
Non fondée
Beroepscommissie
Commission d'Appel
Autre décision directeur
KANTINE - KLACHTENPROCEDURE
Een vlekkenreinigeris niet gelijk aan een gewoon wasmiddel dat op de kantinelijst staat, nu het doel ervan verschilt. De regelgeving met betrekking tot de buitenkantine is van toepassing. Het huishoudelijk reglement bepaalt expliciet dat de gedetineerde een aanvraag kan richten naar de directeur voor de aankoop van zaken die niet op de kantinelijst staan. De directeur dient hier vervolgens een beslissing over te nemen. In het voorliggende dossier heeft geïntimeerde een dergelijke vraag gesteld, zodat het antwoord een beslissing van de directeur uitmaakt zoals beoogd in artikel 148 van de Basiswet.
De Beroepscommissie is van oordeel dat de Klachtencommissie geenszins haar bevoegdheid heeft overschreden. Zij heeft zich enkel gebogen over de geïndividualiseerde beslissing van de directeur met betrekking tot de weigering tot aankoop van vlekkenreiniger en de vraag of deze beslissing wettelijk, redelijk en billijk was. Dit kadert binnen haar bevoegdheden zoals bepaald door art. 158 §2 van de Basiswet. Ze heeft zich hierbij namelijk niet op een algemene en bindende wijze uitgesproken over wat er al dan niet op de kantinelijst moet komen.
Hoewel de directie een discretionaire bevoegdheid heeft in het al dan niet aanvaarden van een aanvraag voor de buitenkantine, ziet de Beroepscommissie geen elementen die een weigering redelijkerwijze rechtvaardigen. Het beroep is ontvankelijk, maar ongegrond.
Een vlekkenreinigeris niet gelijk aan een gewoon wasmiddel dat op de kantinelijst staat, nu het doel ervan verschilt. De regelgeving met betrekking tot de buitenkantine is van toepassing. Het huishoudelijk reglement bepaalt expliciet dat de gedetineerde een aanvraag kan richten naar de directeur voor de aankoop van zaken die niet op de kantinelijst staan. De directeur dient hier vervolgens een beslissing over te nemen. In het voorliggende dossier heeft geïntimeerde een dergelijke vraag gesteld, zodat het antwoord een beslissing van de directeur uitmaakt zoals beoogd in artikel 148 van de Basiswet.
De Beroepscommissie is van oordeel dat de Klachtencommissie geenszins haar bevoegdheid heeft overschreden. Zij heeft zich enkel gebogen over de geïndividualiseerde beslissing van de directeur met betrekking tot de weigering tot aankoop van vlekkenreiniger en de vraag of deze beslissing wettelijk, redelijk en billijk was. Dit kadert binnen haar bevoegdheden zoals bepaald door art. 158 §2 van de Basiswet. Ze heeft zich hierbij namelijk niet op een algemene en bindende wijze uitgesproken over wat er al dan niet op de kantinelijst moet komen.
Hoewel de directie een discretionaire bevoegdheid heeft in het al dan niet aanvaarden van een aanvraag voor de buitenkantine, ziet de Beroepscommissie geen elementen die een weigering redelijkerwijze rechtvaardigen. Het beroep is ontvankelijk, maar ongegrond.