Ga verder naar de inhoud

BC/21-0118

Fondée Beroepscommissie Commission d'Appel Disciplinaire
TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK - BEVOEGDHEID

Bij de beoordeling van het bewezen zijn van de ten laste gelegde tuchtrechtelijke inbreuk oefent de directeur een discretionaire bevoegdheid uit. Aangezien de tuchtregeling in de Basiswet geen bijzondere bewijswaardering voorschrijft, kan de directeur voor het bewijs steunen op materiële vaststellingen, bekentenissen, getuigenissen of vermoedens, zolang hij bij zijn beoordeling van het bewezen zijn van de ten laste gelegde feiten tot een conclusie komt die de grenzen van de redelijkheid niet te buiten gaan. In casu steunt de directeur op de materiële vaststellingen zoals omschreven in het RAD.

De Klachtencommissie was van oordeel dat de tuchtinbreuk van het geen gevolg geven aan de aanmaning van het personeel aan hem kon worden toegerekend. De directeur verklaarde echter dat de sanctie hoofdzakelijk werd opgelegd vanwege het niet naleven van de coronamaatregelen, namelijk het niet wisselen van het mondmasker. Het RAD maakt geen melding van verdere inspanningen om klager van mondmasker te laten wisselen of enige aanmaning hieromtrent die genegeerd werden. De redenering van de Klachtencommissie dat het mondmasker louter een gevolg is van het niet opstaan, en dat dit element op zich niet als tuchtinbreuk kan worden weerhouden door de Beroepscommissie.

Ter bescherming van de verhoudingen tussen het bestuur en de rechtscolleges, is het niet de bedoeling dat de Klachten-of Beroepscommissie zich in de plaats stelt van de directie en zich op het vlak van de opportuniteit begeeft. Zij beschikken als administratieve rechtscolleges slechts over een beperkte controlebevoegdheid. In dat opzicht is het niet aan de Klachtencommissie om een nieuwe beslissing te nemen die tot de discretionaire bevoegdheid van de directie behoort. Wanneer zij meent dat een dergelijke beslissing niet conform de redelijkheid en billijkheid is, kan zij deze beslissing wel als onwettig verklaren. De Beroepscommissie is van oordeel dat de Klachtencommissie bij haar beslissing om de opgelegde sanctie te wijzigen haar controlebevoegdheid heeft overschreden.

Het beroep is gegrond.