Ga verder naar de inhoud

BC/21-0073

Non fondée Beroepscommissie Commission d'Appel Disciplinaire
TUCHT - ZORGVULDIGHEIDSPLICHT - SUBSIDIARITEIT - VERMOEDEN VAN ONSCHULD

De Beroepscommissie is van oordeel dat er geen sprake is van een belediging in de zin van art. 130 °1 van de Basiswet en dus van een tuchtinbreuk. Eventuele uitspraken moeten gekaderd worden in een vertrouwelijke context en zijn niet gedaan ten aanzien van de betrokken beambte. Men kan ervan uitgaan dat zulke uitspraken niet gedaan zijn met het oogmerk om iemand te kwetsen of in zijn eer te krenken. Daarnaast meent zij dat de directie de feiten niet redelijkerwijze als bewezen kon verklaren enkel op basis van de verklaring in het RAD van 1 februari 2021, zodat de beslissing strijdig is met artikel 144 §6 van de Basiswet. Betrokkene betwist het RAD en zijn moeder bevestigt zijn verhaal. De motivering van de beslissing is slechts gebaseerd op een eenzijdig rapport van de feiten. Het is niet duidelijk in welke mate de penitentiarie beambte het gesprek goed heeft kunnen horen en alles heeft kunnen verstaan. Wanneer men zich op een afstand bevindt van twee personen, is het zeer moeilijk om een gesprek en de nuances volledig te kunnen verstaan. Door slechts delen van het gesprek te verstaan, kan men niet altijd een correcte interpretatie geven aan hetgeen gezegd wordt. Er bestond minstens een gerede twijfel. Het beroep is ongegrond.