KC21/21-0005
Fondée
Compensation
KC - Merksplas
Commission des plaintes
Disciplinaire
TUCHT - KWALIFICATIE INBREUK - RECHT OP TEGENSPRAAK - TEGEMOETKOMING
In casu werd er een tuchtsanctie opgelegd op grond van artikel 129, 6° van de Basiswet, “het aanzetten tot of het voeren van collectieve acties die de veiligheid of de orde in de gevangenis ernstig in gevaar brengen”. Artikel 129, 6° juncto artikel 8 van de Basiswet vereisen dat beide deelaspecten van de tuchtrechtelijke inbreuk, te weten “het aanzetten tot of voeren van collectieve acties” en “collectieve acties die de veiligheid of de orde in de gevangenis ernstig in gevaar brengen”, in de motivering van de tuchtbeslissing geconcretiseerd worden. Zonder zich uit te spreken over de vraag of het met meerdere personen ondertekenen van een brief waarbij bij de directie iets aangekaart wordt, gezien moet worden als een “collectieve actie”, stelt de Klachtencommissie in elk geval vast dat er nergens in de motivering van de tuchtbeslissing wordt geconcretiseerd op welke wijze de orde en veiligheid door deze brieven in het gevaar werd gebracht. De wet vereist duidelijk “in het gevaar brengt”, een mogelijks toekomstig gevolg volstaat aldus niet. Nergens in de motivering van de tuchtbeslissing wordt er een concreet gevaar voor de fysieke integriteit van personen of de veiligheid van goederen aangetoond. Integendeel, in de motivering van de tuchtbeslissing staat “waardoor er sprake is van een collectieve actie die de orde ernstig kan verstoren”. Hiermee wordt er volgens de Klachtencommissie een foute invulling gegeven aan artikel 129, 6° van de Basiswet. Bijkomend wenst de Klachtencommissie aan te halen dat het voor het respect van de rechten van verdediging aangewezen was geweest als de gedetineerde, ter gelegenheid van de confrontatie met hetgeen in de brief werd geschreven, zélf over een exemplaar hiervan had beschikt, zeker nu hij volgens hem niet mee heeft getekend voor alle passages die daarin voorkwamen. Nu kon hij zich hier ter tuchtrechtelijke hoorzitting slechts gedeeltelijk tegen verweren. De klacht is gegrond. De tuchtbeslissing wordt vernietigd. Klager krijgt een tegemoetkoming toegekend. Klager krijgt de keuze tussen acht (8) extra telefoongesprekken bovenop het wettelijke minimum OF acht (8) extra wandelingen bovenop het wettelijke minimum OF drie (3) extra bezoeken bovenop het wettelijke minimum.
In casu werd er een tuchtsanctie opgelegd op grond van artikel 129, 6° van de Basiswet, “het aanzetten tot of het voeren van collectieve acties die de veiligheid of de orde in de gevangenis ernstig in gevaar brengen”. Artikel 129, 6° juncto artikel 8 van de Basiswet vereisen dat beide deelaspecten van de tuchtrechtelijke inbreuk, te weten “het aanzetten tot of voeren van collectieve acties” en “collectieve acties die de veiligheid of de orde in de gevangenis ernstig in gevaar brengen”, in de motivering van de tuchtbeslissing geconcretiseerd worden. Zonder zich uit te spreken over de vraag of het met meerdere personen ondertekenen van een brief waarbij bij de directie iets aangekaart wordt, gezien moet worden als een “collectieve actie”, stelt de Klachtencommissie in elk geval vast dat er nergens in de motivering van de tuchtbeslissing wordt geconcretiseerd op welke wijze de orde en veiligheid door deze brieven in het gevaar werd gebracht. De wet vereist duidelijk “in het gevaar brengt”, een mogelijks toekomstig gevolg volstaat aldus niet. Nergens in de motivering van de tuchtbeslissing wordt er een concreet gevaar voor de fysieke integriteit van personen of de veiligheid van goederen aangetoond. Integendeel, in de motivering van de tuchtbeslissing staat “waardoor er sprake is van een collectieve actie die de orde ernstig kan verstoren”. Hiermee wordt er volgens de Klachtencommissie een foute invulling gegeven aan artikel 129, 6° van de Basiswet. Bijkomend wenst de Klachtencommissie aan te halen dat het voor het respect van de rechten van verdediging aangewezen was geweest als de gedetineerde, ter gelegenheid van de confrontatie met hetgeen in de brief werd geschreven, zélf over een exemplaar hiervan had beschikt, zeker nu hij volgens hem niet mee heeft getekend voor alle passages die daarin voorkwamen. Nu kon hij zich hier ter tuchtrechtelijke hoorzitting slechts gedeeltelijk tegen verweren. De klacht is gegrond. De tuchtbeslissing wordt vernietigd. Klager krijgt een tegemoetkoming toegekend. Klager krijgt de keuze tussen acht (8) extra telefoongesprekken bovenop het wettelijke minimum OF acht (8) extra wandelingen bovenop het wettelijke minimum OF drie (3) extra bezoeken bovenop het wettelijke minimum.