KC16/21-0065
Non fondée
KC - Leuven Centraal
Commission des plaintes
Disciplinaire
TUCHT - SANCTIE
De klacht is gericht tegen de tuchtsanctie wegens het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen. De klachtencommissie stelt vast vooreerst vast dat klager betwist dat hij tot tweemaal toe een uithaling zou hebben geweigerd. Hij erkent dat hij de uithaling voor de zitting op de Raadkamer weigerde wegens ziekte, doch betwist dat hij verzocht om een dossierinzage. De klachtencommissie ziet echter geen redenen om te twijfelen aan de vaststellingen uit de voorliggende observatienota. De vaststellingen uit de observatienota vinden bovendien steun in de voorliggende rapportbriefjes die onmiskenbaar door klager zelf werden ondertekend. Het staat hoe dan ook vast dat klager tot tweemaal toe een uithaling weigerde terwijl het transport reeds klaarstond, zodat de directie de vaststellingen in redelijkheid en billijkheid kon kwalificeren als een overtreding van het huishoudelijk reglement. Ook wat betreft de straftoemeting toonde de directie zich redelijk en billijk in haar afweging, nu zij terecht slechts twee dagen ATV oplegde, terwijl zijn tot 15 dagen had kunnen opleggen voor deze tuchtsanctie van de tweede categorie.
De klacht is ongegrond.
De klacht is gericht tegen de tuchtsanctie wegens het niet-naleven van de door het huishoudelijk reglement voorgeschreven bepalingen. De klachtencommissie stelt vast vooreerst vast dat klager betwist dat hij tot tweemaal toe een uithaling zou hebben geweigerd. Hij erkent dat hij de uithaling voor de zitting op de Raadkamer weigerde wegens ziekte, doch betwist dat hij verzocht om een dossierinzage. De klachtencommissie ziet echter geen redenen om te twijfelen aan de vaststellingen uit de voorliggende observatienota. De vaststellingen uit de observatienota vinden bovendien steun in de voorliggende rapportbriefjes die onmiskenbaar door klager zelf werden ondertekend. Het staat hoe dan ook vast dat klager tot tweemaal toe een uithaling weigerde terwijl het transport reeds klaarstond, zodat de directie de vaststellingen in redelijkheid en billijkheid kon kwalificeren als een overtreding van het huishoudelijk reglement. Ook wat betreft de straftoemeting toonde de directie zich redelijk en billijk in haar afweging, nu zij terecht slechts twee dagen ATV oplegde, terwijl zijn tot 15 dagen had kunnen opleggen voor deze tuchtsanctie van de tweede categorie.
De klacht is ongegrond.