KC16/21-0009
Non fondée
KC - Leuven Centraal
Commission des plaintes
Disciplinaire
TUCHT- MOTIVERING - ZORGVULDIGHEIDSPLICHT - SUBSIDIARITEITSBEGINSEL
De Klachtencommissie is van oordeel dat de feitenvinding onzorgvuldig is gebeurd, dat de feiten niet nauwkeurig zijn vastgesteld en de directie dus niet in redelijkheid en billijkheid de feiten voor bewezen kon houden. De motivering van de bestreden beslissing is volledig gesteund op de eenzijdige interpretatie van de
toezichthoudende PBA. Anderzijds acht de Klachtencommissie de beslissing om de gedetineerde tuchtrechtelijk te bestraffen in strijd met het subsidiariteitsbeginsel.
De klacht is gegrond.
De Klachtencommissie is van oordeel dat de feitenvinding onzorgvuldig is gebeurd, dat de feiten niet nauwkeurig zijn vastgesteld en de directie dus niet in redelijkheid en billijkheid de feiten voor bewezen kon houden. De motivering van de bestreden beslissing is volledig gesteund op de eenzijdige interpretatie van de
toezichthoudende PBA. Anderzijds acht de Klachtencommissie de beslissing om de gedetineerde tuchtrechtelijk te bestraffen in strijd met het subsidiariteitsbeginsel.
De klacht is gegrond.