KC10/21-0009
Fondée
Compensation
KC - Hasselt
Commission des plaintes
Mesure d'ordre
ORDEMAATREGEL - BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - TEGEMOETKOMING
Artikel 105 en 106 van de Basiswet omvatten de algemene beginselen en gedragsvoorschriften in het kader van Titel VI over orde en veiligheid in de Basiswet. De Klachtencommissie beklemtoont dat deze principes in samenhang moeten gelezen worden met de rest van Titel VI en er niet los van gehanteerd kunnen worden. Het komt met andere woorden niet aan de directeur toe om op basis van deze algemene principes ten aanzien van een individuele gedetineerde specifieke veiligheidsmaatregelen op te leggen zonder hierbij gebruik te maken van het daartoe voorzien kader van de bijzondere veiligheidsmaatregelen (BVM) van artikel 110 e.v. van de Basiswet. De Basiswet op een andere wijze interpreteren zou het nut van de bepalingen omtrent de bijzondere veiligheidsmaatregelen, die voorzien in een aantal waarborgen in hoofde van de gedetineerde, zoals het recht om gehoord te worden en een beperking van de maatregelen in de tijd, totaal ondergraven. Dat de ordemaatregel die aan klager werd opgelegd beperkt werd tot 7 dagen, zoals voorzien wordt door artikel 112 §2 van de Basiswet, en dat het uitsluiten van de gemeenschappelijke wandeling een mogelijkheid is volgens artikel 112 §1, 2° van de Basiswet, doet geen afbreuk aan het feit dat de ordemaatregel in casu op basis van een verkeerde wettelijke bepaling werd genomen. Door geen gebruik te maken van de bepalingen van artikel 110 e.v. van de Basiswet werd onder meer het recht van klager om gehoord te worden, zoals voorzien door artikel 110 §2 van de Basiswet, miskend. De klacht is gegrond. De ordemaatregel wordt vernietigd. De Klachtencommissie kent aan klager de keuze toe tussen een tegemoetkoming van één extra videobezoek OF één extra individuele wandeling OF één extra bestelmoment bij de kantine (op eigen kosten). Klager dient zijn keuze aan de directie door te geven binnen 14 dagen, rekenend vanaf de betekening van deze beslissing.
Artikel 105 en 106 van de Basiswet omvatten de algemene beginselen en gedragsvoorschriften in het kader van Titel VI over orde en veiligheid in de Basiswet. De Klachtencommissie beklemtoont dat deze principes in samenhang moeten gelezen worden met de rest van Titel VI en er niet los van gehanteerd kunnen worden. Het komt met andere woorden niet aan de directeur toe om op basis van deze algemene principes ten aanzien van een individuele gedetineerde specifieke veiligheidsmaatregelen op te leggen zonder hierbij gebruik te maken van het daartoe voorzien kader van de bijzondere veiligheidsmaatregelen (BVM) van artikel 110 e.v. van de Basiswet. De Basiswet op een andere wijze interpreteren zou het nut van de bepalingen omtrent de bijzondere veiligheidsmaatregelen, die voorzien in een aantal waarborgen in hoofde van de gedetineerde, zoals het recht om gehoord te worden en een beperking van de maatregelen in de tijd, totaal ondergraven. Dat de ordemaatregel die aan klager werd opgelegd beperkt werd tot 7 dagen, zoals voorzien wordt door artikel 112 §2 van de Basiswet, en dat het uitsluiten van de gemeenschappelijke wandeling een mogelijkheid is volgens artikel 112 §1, 2° van de Basiswet, doet geen afbreuk aan het feit dat de ordemaatregel in casu op basis van een verkeerde wettelijke bepaling werd genomen. Door geen gebruik te maken van de bepalingen van artikel 110 e.v. van de Basiswet werd onder meer het recht van klager om gehoord te worden, zoals voorzien door artikel 110 §2 van de Basiswet, miskend. De klacht is gegrond. De ordemaatregel wordt vernietigd. De Klachtencommissie kent aan klager de keuze toe tussen een tegemoetkoming van één extra videobezoek OF één extra individuele wandeling OF één extra bestelmoment bij de kantine (op eigen kosten). Klager dient zijn keuze aan de directie door te geven binnen 14 dagen, rekenend vanaf de betekening van deze beslissing.