Ga verder naar de inhoud

KC09/21-0033

Fondée KC - Gent Commission des plaintes Mesure provisoire Mesure de sécurité particulière Disciplinaire
BIJZONDERE VEILIGHEIDSMAATREGEL - TUCHT - VOORLOPIGE MAATREGEL

Van zodra geoordeeld wordt dat de feiten het karakter hebben van een tuchtrechtelijke inbreuk, wordt ogenblikkelijk een tuchtprocedure opgestart door het nemen van een voorlopige maatregel en vervolgens later een tuchtmaatregel opgelegd. Een BVM voor dezelfde tuchtrechtelijk gekwalificeerde feiten kan niet meer genomen worden. De BVM is dus onwettig. De onwettigheid van de bijzondere veiligheidsmaatregel brengt de onwettigheid mee van de
verlengingen van deze maatregel.
De klacht is gegrond.

Omtrent de voorlopige maatregel (VM): Er is met de voorgelegde gegevens van het dossier niet aangetoond dat de interne veiligheid werd aangetast, laat staan ernstig en opzettelijk door de bedreigingen van klager, die kennelijk bij woorden zijn gebleven.
De klacht is gegrond.

Omtrent de tuchtmaatregel: Uit de gegevens van het dossier kan de Klachtencommissie enkel bedreigingen met opzettelijke aantasting van de fysieke en mogelijks psychische integriteit van de directie afleiden. Er liggen geen bewijzen voor in het dossier van opzettelijke aantasting van de fysieke of psychische integriteit van de directie door klager. Er zijn bijgevolg geen concrete gegevens in het tuchtdossier in verband met tuchtrechtelijke antecedenten van klager die mede de zwaarte van de tuchtsanctie kunnen verantwoorden. De Klachtencommissie concludeert bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dat de opgelegde tuchtmaatregel in de gegeven omstandigheden kennelijk onredelijk is.
De klacht is gegrond.