TUCHT - VERBODEN VOORWERPEN
De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing waarbij aan klaagster een voorwaardelijke sanctie van twee weken afzondering op de haar toegewezen verblijfsruimte (“ATV”) werd opgelegd omdat tijdens een celfouille teveel medicatie op haar cel werd aangetroffen.
De Klachtencommissie stelt vast dat het verbod tot opsparen van medicatie niet met zoveel woorden in het huishoudelijk reglement werd opgenomen, maar dat dit volgt uit het artikel over het bezit van voorwerpen in de verblijfsruimte. Men acht het logisch dat het verboden is medicatie op te sparen, maar had het toch beter gevonden mocht dit verbod meer expliciet uit de bewoordingen van het huishoudelijk reglement blijken. Tijdens de zitting is het voor de Klachtencommissie duidelijk geworden dat klaagster wel degelijk op de hoogte was van de regels rond het gebruik en bewaren van medicatie. De Klachtencommissie stelt vast dat de gegeven tuchtsanctie terecht is en gezien het een voorwaardelijke straf betreft, ook mild is. De tuchtbeslissing is naar het oordeel van de Klachtencommissie op een objectieve, weloverwogen en redelijke wijze tot stand gekomen.
Klacht is ongegrond.
De klacht is gericht tegen een tuchtbeslissing waarbij aan klaagster een voorwaardelijke sanctie van twee weken afzondering op de haar toegewezen verblijfsruimte (“ATV”) werd opgelegd omdat tijdens een celfouille teveel medicatie op haar cel werd aangetroffen.
De Klachtencommissie stelt vast dat het verbod tot opsparen van medicatie niet met zoveel woorden in het huishoudelijk reglement werd opgenomen, maar dat dit volgt uit het artikel over het bezit van voorwerpen in de verblijfsruimte. Men acht het logisch dat het verboden is medicatie op te sparen, maar had het toch beter gevonden mocht dit verbod meer expliciet uit de bewoordingen van het huishoudelijk reglement blijken. Tijdens de zitting is het voor de Klachtencommissie duidelijk geworden dat klaagster wel degelijk op de hoogte was van de regels rond het gebruik en bewaren van medicatie. De Klachtencommissie stelt vast dat de gegeven tuchtsanctie terecht is en gezien het een voorwaardelijke straf betreft, ook mild is. De tuchtbeslissing is naar het oordeel van de Klachtencommissie op een objectieve, weloverwogen en redelijke wijze tot stand gekomen.
Klacht is ongegrond.