KC05/21-0046
Non fondée
Irrecevable
KC - Brugge
Commission des plaintes
Mesure provisoire
Pas de décision du directeur
Mesure d'ordre
GEEN BESLISSING DIRECTEUR - BEVOEGDHEID - VOORLOPIGE MAATREGEL - ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - REGIMEMUTATIE - VERTROUWENSFUNCTIE
De klacht over de behandeling door het speciale interventieteam van de politie bij de plaatsing in de beveiligde cel is onontvankelijk. Van zodra de politie tussenkwam had de gevangenisdirectie immers geen beslissingsmacht meer.
De Klachtencommissie kan zich wel uitspreken over de beslissing tot plaatsing in de beveiligde cel an sich, dit wil zeggen vóor aanvang van de uitvoering van de plaatsing en tussenkomst van de politiediensten. De oorspronkelijke beslissing tot plaatsing in een beveiligde cel werd immers door de directeur genomen in het kader van een tuchtprocedure, bij wijze van VM. De onderbrenging in een beveiligde cel in afwachting van de tuchtprocedure was naar het oordeel van de Klachtencommissie gerechtvaardigd. Deze klacht is ongegrond.
De Klachtencommissie acht de ordemaatregel niet onwettig en merkt op dat de beslissing omstandig wordt gemotiveerd. Daarnaast kan men begrijpen dat het vertrouwen in klager – noodzakelijk voor de uitoefening van een vertrouwensfunctie en het verblijf op een open afdeling – door het beschreven gedrag werd geschonden, wat een verderzetting van het werk als diender en een verder verblijf op een open afdeling onmogelijk maakte. De Klachtencommissie is van oordeel dat de beslissing in verhouding staat met de vaststellingen. Deze klacht is ongegrond.
De klacht over de behandeling door het speciale interventieteam van de politie bij de plaatsing in de beveiligde cel is onontvankelijk. Van zodra de politie tussenkwam had de gevangenisdirectie immers geen beslissingsmacht meer.
De Klachtencommissie kan zich wel uitspreken over de beslissing tot plaatsing in de beveiligde cel an sich, dit wil zeggen vóor aanvang van de uitvoering van de plaatsing en tussenkomst van de politiediensten. De oorspronkelijke beslissing tot plaatsing in een beveiligde cel werd immers door de directeur genomen in het kader van een tuchtprocedure, bij wijze van VM. De onderbrenging in een beveiligde cel in afwachting van de tuchtprocedure was naar het oordeel van de Klachtencommissie gerechtvaardigd. Deze klacht is ongegrond.
De Klachtencommissie acht de ordemaatregel niet onwettig en merkt op dat de beslissing omstandig wordt gemotiveerd. Daarnaast kan men begrijpen dat het vertrouwen in klager – noodzakelijk voor de uitoefening van een vertrouwensfunctie en het verblijf op een open afdeling – door het beschreven gedrag werd geschonden, wat een verderzetting van het werk als diender en een verder verblijf op een open afdeling onmogelijk maakte. De Klachtencommissie is van oordeel dat de beslissing in verhouding staat met de vaststellingen. Deze klacht is ongegrond.