Ga verder naar de inhoud

KC05/21-0036

Non fondée KC - Brugge Commission des plaintes Mesure d'ordre
ORDEMAATREGEL - ARBEID - ONTSLAG - VERTROUWENSFUNCTIE

De aangevochten beslissing betreft een beslissing tot afzetting van klager van zijn werk nadat deze misbruik maakte van zijn job om extra eten naar de sectie te smokkelen zonder toelating van het personeel. De klacht is enkel gericht tegen de afzetting van het werk.

Het toewijzen van arbeid is een discretionaire bevoegdheid van de directeur. Klager werd na de tuchtzitting schriftelijk ingelicht over de beslissing om hem af te zetten van zijn werk naar aanleiding van het ontvreemden van eten uit de keuken, waardoor de ordemaatregel wettig genomen is. De Klachtencommissie kan begrijpen dat de beslissing voor klager mogelijks streng aanvoelt, doch vindt het niet onredelijk dat de directie op basis van de feiten oordeelde dat het nodige vertrouwen voor het uitoefenen van een vertrouwensfunctie geschonden was. Of klager nu moedwillig zijn eigen sectie wou bevoordelen, dan wel werkelijk geen kwaad zag in het bedelen van een aantal extra frikandellen die op overschot waren, doet weinig ter zake, daar klager dit sowieso niet had mogen doen zonder overleg met of toestemming van het personeel. Daarom oordeelt de Klachtencommissie dat de beslissing in verhouding staat met de vaststellingen, regelmatig en op objectieve en redelijke wijze tot stand is gekomen.
Klacht is ongegrond.