Ga verder naar de inhoud

KC05/21-0009

Fondée KC - Brugge Commission des plaintes Disciplinaire
TUCHT - VERBODEN VOORWERPEN - MOTIVERING

De bestreden beslissing betreft een tuchtbeslissing na het uiten van dreigementen, verbale agressie en het bezit van een kapotgescheurd laken en een schaar. Klager kreeg hiervoor een tuchtsanctie van afzondering in de hem toegewezen verblijfruimte (ATV) gedurende 10 dagen.

De Klachtencommissie ziet geen enkele reden om te twijfelen aan de inhoud van het rapport aan de directeur (RAD) over de dreigementen en de verbale agressie. Zowel de handelingen als de identiteit van de betrokken gedetineerde worden precies beschreven. Het gegeven dat het rapport ook nog mee wordt ondertekend door een getuige, sterkt volgens de Klachtencommissie alleen maar het bewezen karakter van de feiten. De directeur kon op basis van dit rapport in alle redelijkheid besluiten dat de feiten voldoende bewezen waren.
Wat betreft het kapotgescheurd laken wordt niets expliciet vermeld in de tuchtbeslissing. Ook hier ziet de Klachtencommissie geen reden om te twijfelen aan de vaststellingen van twee verschillende beambten die getuigen van verbale agressie.
De vondst van de schaar werd niet ontkend door de klager. Het is de Klachtencommissie niet duidelijk voor welke feiten men klager heeft willen bestraffen. Uit hetgeen in het schriftelijk verweer van de directeur alsook ter zitting werd verklaard, lijkt klager vooral gestraft te worden omwille van zijn communicatiestijl die als dreigend of agressief wordt ervaren. Echter strookt dit niet met de motivering van de tuchtbeslissing, die een overwicht lijkt te geven aan het bezit van de schaar. Er wordt niet geluisterd naar het argument van de klager waarom hij de schaar op cel had, wat toch in overweging genomen kon worden. Uit de motivering van de tuchtbeslissing blijkt op geen enkele manier dat het verweer van klager tijdens de hoorzitting in overweging werd genomen. De Klachtencommissie is van oordeel dat de directeur, bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten met betrekking tot het bezit van de schaar, de grenzen van de redelijkheid te buiten is gegaan.
De Klachtencommissie acht de motiveringsplicht niet (voldoende) nagekomen.

De klacht is gegrond. De vernietiging van de tuchtbeslissing en de schrapping ervan uit het tuchtregister van de klacht wordt bevolen.