Ga verder naar de inhoud

KC04/21-0038

Non fondée KC - Beveren Commission des plaintes Disciplinaire Mesure d'ordre
ORDEMAATREGEL - TUCHT - ARBEID - ONTSLAG

De Klachtencommissie meent dat de directie kan uitgaan van de vaststellingen van een medewerker van de privépartner, indien deze zorgvuldig zijn gedaan en zijn omschreven. Wel meent de Klachtencommissie dat de naam van de vaststeller in het RAD zou moeten weergegeven worden, zoals ook het geval is wanneer een PBA een vaststelling doet. In dit geval heeft de directie bijkomend de informatie uit het rapport telefonisch geverifieerd tijdens de tuchtzitting. Klager en zijn advocaat hebben zich hierop mogen verweren tijdens de tuchtprocedure. Een tuchtsanctie van 10 dagen ATV is niet onredelijk of onbillijk is voor de tuchtinbreuk van diefstal of de wederrechtelijke ontvreemding van goederen.
De Klachtencommissie is van mening dat het verlies van tewerkstelling en een mutatie naar het gesloten regime niet automatisch met elkaar verbonden hoeven te zijn. De Klachtencommissie is van mening dat de directie klager kon afzetten van zijn werk omwille van de tuchtinbreuk en de klachten omtrent de werkattitude van klager. Er worden concrete voorbeelden gegeven van de werkhouding van klager in de motivering van de ordemaatregel. De Klachtencommissie is van oordeel dat de directie kon beslissen dat het vertrouwen in klager is geschonden omwille van de diefstal en de voorgaande tuchtprocedures, waardoor hij evenmin op een open regime kon verblijven. De ordemaatregel is wettelijk, redelijk en billijk. De klacht is ongegrond.