BC/21-0041
Non fondée
Beroepscommissie
Commission d'Appel
Pas de décision du directeur
GEEN BESLISSING DIRECTEUR - ARBEID
Uit art. 84 §1 van de Basiswet blijkt dat men met de toewijzing van de arbeid, die volgens de basiswet aan de directeur wordt voorbehouden, de beslissing omtrent het verzoek tot arbeid bedoelt. De concrete werkverdeling, eens de gedetineerde arbeid toegewezen heeft gekregen, wordt niet geviseerd in dit artikel en kan dus worden gedaan door werkhuisverantwoordelijken. Het zijn de werkhuisverantwoordelijken die de concrete verdeling doen van het werk, op basis van enkele algemene beleidslijnen uitgetekend door de directie.
Dat de werkhuisverantwoordelijken hiërarchisch onder de bevoegdheid van de directeur vallen, betekent niet dat de beslissingen genomen door werkhuisverantwoordelijken, zoals over de concrete verdeling van het werk op de werkvloer, automatisch beslissingen van de directie zijn in de zin van de basiswet. Art. 148 van de Basiswet bepaalt duidelijk dat de gedetineerde klacht kan indienen tegen elke beslissing die door of namens de directeur genomen wordt. Het begrip "directeur" kan niet zomaar worden uitgebreid naar ieder personeelslid dat onder de hiërarchische bevoegdheid valt van de directeur. Het beroep is ongegrond.
Uit art. 84 §1 van de Basiswet blijkt dat men met de toewijzing van de arbeid, die volgens de basiswet aan de directeur wordt voorbehouden, de beslissing omtrent het verzoek tot arbeid bedoelt. De concrete werkverdeling, eens de gedetineerde arbeid toegewezen heeft gekregen, wordt niet geviseerd in dit artikel en kan dus worden gedaan door werkhuisverantwoordelijken. Het zijn de werkhuisverantwoordelijken die de concrete verdeling doen van het werk, op basis van enkele algemene beleidslijnen uitgetekend door de directie.
Dat de werkhuisverantwoordelijken hiërarchisch onder de bevoegdheid van de directeur vallen, betekent niet dat de beslissingen genomen door werkhuisverantwoordelijken, zoals over de concrete verdeling van het werk op de werkvloer, automatisch beslissingen van de directie zijn in de zin van de basiswet. Art. 148 van de Basiswet bepaalt duidelijk dat de gedetineerde klacht kan indienen tegen elke beslissing die door of namens de directeur genomen wordt. Het begrip "directeur" kan niet zomaar worden uitgebreid naar ieder personeelslid dat onder de hiërarchische bevoegdheid valt van de directeur. Het beroep is ongegrond.